Een realistisch beeld van de kraamtijd
Beelden zeggen niet altijd meer dan duizend woorden. De documentaire ‘No one told me’ doet dat zeker wél. Want iedereen hoort vooraf wel iets over kraamtranen die na de bevalling komen. Dik ingepakt in een verhaal over hormoonschommelingen. Maar niemand heeft het over de betekenis van de tranen die zoet zout over je wangen stromen. Over hoe het kan dat je na twee weken zwaar werk, slaapgebrek, kapotte tepels en vele huilmomenten, toch zegt: I just wanna go back a little bit, it’s all going too quick. Het is zó intens, zó overweldigend, zo… Veel! En tegelijk zo ondramatisch, zo gewoon, zo’n eindeloze stroom van ogenblikken waarin toch op de keper beschouwd weinig gebeurt. Waarom huil je als je je baby voor het eerst in een draagzak probeert te doen? Als je het niet hebt meegemaakt snap je het waarschijnlijk niet. Als je deze film kijkt misschien wel.
Ik mijn interview met de van oorsprong Nederlandse filmmaakster, Zulilah Merry vertelt zij over de geboorte van haar eerste kind, de aanleiding voor de film. De stilte, het totale gebrek aan woorden over de kraamtijd – althans, aan zinnige woorden – is oorverdovend en ook woedend makend. Ze was 34, had een zwangerschapscursus gedaan. Ze was ook wel eens op kraambezoek geweest. En toch was ze totaal niet voorbereid op de kraamtijd. Je leeft naar die bevalling toe, en daar is ook heel veel aandacht voor. Maar daarna? Waarom had niemand haar dáárover verteld?
De film volgt Elise vanaf de bevalling tot tien weken daarna. Na ruim een week zegt ze: “This emotional stuff feels like labor. It comes in contractions you know. I’m fine, I’m fine, I’m fine, and then ooooh here it comes!”. Deze periode is zo goed als onzichtbaar in de media. Vrouwen onderling spreken er nauwelijks over. De transformatie die plaatsvindt ná de geboorte is ook moeilijk te benoemen. Het gebeurt niet in één moment, maar vele, vele kleine momenten. Het beeld wat je meekrijgt is dat je de eerste weken wel moe zal zijn door slaapgebrek, maar daarna is alles wel gesettled. Maar zo is het voor de meeste ouders, vooral moeders, niet. Je hele wereld is upside down, en wordt niet meer hetzelfde. Het lijkt wel, vertelt Zulilah, of we verwachten dat een vrouw onzichtbaar wordt en dan na twee maanden weer terugkeert alsof er niks is gebeurd. Niks meer te zien, aan haar lijf, aan wie ze is. We leven wat dat betreft ook wel in een wereld die door mannen is ‘ontworpen’. We get to play along but that doesn’t mean we set the rules.
In deze film zie je ook hoe Elise, net als ik destijds, helemaal niet weet wat ze moet doen. Bijvoorbeeld als er na een paar dagen een korstje op de tepel zit en ze zich afvraagt of je baby dan wel mag drinken, of moet je het er af pulken of hoe werkt dat? Hoeveel vrouwen hebben een ander zien borstvoeden voordat ze het zelf deden? Het gaat niet vanzelf. Daar is ondersteuning, ervaring en expertise voor nodig. Over dit soort dingen staat het internet wel bol met tips, maar veel heb je daar niet aan. Je ziet ook de leercurve tussen haar en de baby. Wat is dat, moeder worden? Niemand kan je echt vertellen hoe het voor jou zal zijn. Het is jóuw verhaal. De film laat wel zien hoe het kán zijn.
De film lijkt me redelijk representatief voor een hele grote groep mensen. En tegelijk wringt daar voor mij ook iets, we zien weer niet hoe dit is als je in een minder geprivilegieerde situatie zit. Zulilah vertelt ook dat ze daar bewust niet voor koos, omdat het dan al snel dáár over gaat, ‘sensationeel’ wordt. We hebben het al niet eens over die gewone ervaring van veel mensen. Laten we het daar eens hebben. En dan eens meer dan vijf minuten graag. Niet over de baby, en niet over problemen of ‘drie tips bij stuwing. Bovendien, en dat komt ook in de film terug, is er juist bij mensen die ‘het goed hebben’ vaak een schuldgevoel. “Ik mag het niet moeilijk hebben want het gaat toch allemaal goed?” Maar we mogen recht doen aan die intense ervaring.
Daar valt weinig op af te dingen denk ik. Ik zou het persoonlijk wel een verrijking vinden om vooral méér films zoals deze te zien, met meer verschillende verhalen. Ik vrees dat die niet snel zullen komen. De filmwereld bestempelt No one told me als ‘niche’. Hoe universeel wil je het hebben, over een ervaring die zo’n 90% van de vrouwen meemaakt, en dan van een ‘doorsnee’ stel. Ze komt er niet tussen bij veel festivals. Aan de kwaliteit van de film ligt het zeker niet.
Terug naar de ervaring. Ik had, meer dan gemiddeld denk ik, wel een beeld van de tijd na de bevalling. Ook dat het echt niet alleen rozengeur en maneschijn is, zeker als je bevalling tegenvalt. Ik had geluk; ik was euforisch na de bevalling en helemaal in mijn nopjes met de baby. En toch was ook ik niet voorbereid op de mokerslag waarmee ik uit het centrum van mijn eigen leven werd weggevaagd. Voor mij kregen de tranen deze betekenis: nu mag ik niet meer dood. Ik heb altijd geleefd met een gevoel van vrijheid, altijd nog naar een klooster in China te kunnen gaan ofzo, als alles misloopt. En nu niet meer. Het was beklemmend, zwaar, vernietigend, maar ook bevrijdend. Een desoriënterende en misschien ook spirituele ervaring. En dat niet één moment, maar velen, ook nu drie jaar later nog. Ik denk hierbij vaak aan het gedicht van Elisabeth Eybers, waarin de verteller kijkt naar de vogels op de kade. Ze schrijft over ouder (older) worden maar de transformatie zou ook over ouder (moeder) worden kunnen gaan. Misschien is de woordspeling in het Nederlands niet toevallig. Ze schrijft:
Ek mis myself steeds minder. Ek bedoel
As steeds meer buitedinge my gaan boei
Dan sintels van inwendige gevoel
Tintel dit of ek selfafstotend groei.
Vermindering neem waarneembaar toe
Ek hoop om te voldoen aan omgekeerde bloei
Dit stukje uit het gedicht duidt in woorden wat in de film voelbaar is. Ze verliest zichzelf, maakt de highs en lows van wanhoop en pure vreugde mee, verliest iets van zichzelf en groeit als mens. Uiterlijk is het allemaal uneventful. Een eerste keer naar buiten, een eerste keer in bad, eindeloze doorwaakte ochtenduren waarin de ziel en de tijd samen verdwijnen met elke wiegende stap.
Waarom zijn er zo weinig verhalen over de kraamtijd? Waarom praten we er zo weinig over? Volgens mij komt dit onder andere door de wijze waarop we gewend zijn verhalen te vertellen. Of liever gezegd: door wat we gewend zijn om überhaupt als ‘goed verhaal’ op te vatten. Binnen de Westerse, patriarchale cultuur is de traditie al duizenden jaren dat een verhaal een hoofdpersoon heeft en een duidelijk plot; een ontwikkeling van de hoofdpersoon door allerlei handelingen. Binnen die vertelstructuur is er weinig plek voor zoiets als het baren van een kind. Het wordt niet echt als een handeling gezien. De metamorfose die je meemaakt als je moeder wordt lijkt heel “natuurlijk” en zou daarom niet echt heldendaden bevatten om een plot mee te vertellen. Zoals ik al schreef, de metamorfose vindt plaats in de eindeloze herhaling, de dagelijkse liefde. Door de visie op wat een ‘goed verhaal’ is, vallen veel ervaringen die in een vrouwenleven groot belang hebben buiten de boot van het betekenisvolle. Het intieme en private is ‘niet relevant’ voor een verhaal, niet de moeite van het vertellen waard. Terwijl wij als mensen – dus ook moeders – wel verhalen nodig hebben om te begrijpen wie we zijn.
Ik geloof dat het gevoel van zelfverlies dat veel moeders overvalt te maken heeft met dit gebrek aan manieren om verhalen te vertellen over deze intense, intieme, en ook heel erg rauwe ontwikkeling. Want als je er meer over zou kunnen vertellen, zou je het beter in je levensverhaal, in je ‘narratieve zelf’ kunnen integreren. Dat is in mijn ogen een belangrijk aspect van de ‘support’ in de kraamtijd. Dat er naast heel praktische zaken (zoals een maaltijd, opruimen) mensen zijn die jou zien, mensen met wie je dit deelt, aan wie je mag vertellen. Met veel of weinig woorden.
De tweede keer dat ze moeder mocht worden deed ze het heel anders, vertelt Zulilah. Nu regelde ze alle mogelijke support, een doula, een kraamdoula. De zorg en aandacht daarvan was van een ongekend niveau. Ze voelde zich echt gedragen. Dat gun ik iedere nieuwe ouder (ook partners!). Ik ben vergeten om Zulilah te vragen of dit dan ook een advies is, om die support te regelen. Ik vind het knap hoe de film dat ook in het midden laat, niet moraliseert. Maar in deze film zie je hoe intens de ervaring is, zelfs als je alles op een rijtje hebt, een goede bevalervaring, support, een partner. Dus als er al een boodschap in zit voor zwangeren dan is het wel: onderschat het niet, bereid je voor. En praat met moeders om je heen en vraag dan eens dóór. Laat ze vertellen. Het zal je veel inzicht geven. En meestal zal het ook heel waardevol zijn voor die ander, om eens echt te vertellen. Misschien kunnen we dan samen een nieuwe taal vinden, om deze verhalen wel te vertellen. Want ze zijn het vertellen waard.
Klik hier om kaartjes te kopen om deze film te zien, op 8 maart, Internationale vrouwendag.
Kraamkompas
Hiernaast een foto van mij, een paar dagen na de geboorte van mijn oudste zoon. Pfiieuw, wat deden mijn borsten zeer, en wat was ik gelukkig.
Wil je verkennen of ik iets voor je kan betekenen in jouw kraamtijd? Plan een gratis ‘Discovery call’ van 30 minuten.
Of boek meteen een kompasgesprek. Een goed kompas helpt zodat jij ook – tussen de kraamtranen door – mag stralen.